Ik dacht goed na over een andere baan. Na een aantal dagen kreeg ik het, wat later bleek, dwaze idee om de schoenmakerij van mijn *vader* over te nemen wanneer hij zou gaan stoppen. Toen ik dit thuis vertelde tegen hem zei hij alleen maar dat het een éénmanszaak was en mij dus niet kon betalen cq opleiden. Ik moest het vak maar ergens anders gaan leren. Ach na al het gedoe in mijn leven met mijn *ouders* kon dit er ook nog wel bij. In de V&D waar ik nog steeds werkte werd een hakkenbar geopend. Ik raakte in gesprek met diegene die daar werkte. Hij nam contact op met zijn manager en die zei na een kort gesprek dat ik direct kon beginnen. Ik ging ook nog eens heel veel meer verdienen vergeleken met V&D. De hakkenbar heette trouwens Mister Minit. Je kon hier je schoenen laten maken en er op wachten. Ik vertelde bij thuiskomst dat ik een nieuwe baan had en het vak daar kon leren. Ik had verwacht dat hij gigantisch uit zijn dak zou gaan omdat ik bij de concurrent ging werken maar hij zei helemaal niets.
Ik begon vol goede moed aan mijn nieuwe baan als schoenhersteller. Na ongeveer een maand kreeg ik al een gevoel van ... wat ben ik in godsnaam aan het doen hier. Ik werd door het hoofdkantoor naar elke plek in Nederland gestuurd waar op dat moment geen personeel stond. En dan moest ik ook nog dingen doen die mij niet eens waren geleerd en uitgelegd. Met mijn twee linkerhanden vlogen de schoenen van de klanten, die achter mij stonden te wachten, door de machine en raakten uiteraard ook beschadigd. Het gevolg was hele boze klanten en heftige discussies aan de toonbank. Ik bleef vragen aan het hoofdkantoor om een extra collega, die het vak al wel verstond, bij mij te zetten zodat ik het allemaal sneller maar vooral ook beter kon leren. Door personeelsgebrek konden ze niets voor mij betekenen en namen ze alle kapotte schoenen en discussies met klanten voor lief. Ik begreep hier niets van en wilde dit niet de rest van mijn leven blijven doen.
Het hele circus van een andere baan zoeken begon opnieuw. Dit keer duurde het maar liefst twee jaar voordat ik iets anders zou vinden. In de twee jaar dat ik nog bij Mister Minit werkte bleven er zich hele vervelende confrontaties met klanten voordoen. Alle stress, van thuis en werk, had zich nu zo opgehoopt in mijn lichaam dat ik elke avond, direct na het eten, moest rennen naar de wc alwaar het als water uit mijn anus liep terwijl ik mij tegelijkertijd leeg kotste in het veels te kleine fonteintje. Toen ik uiteindelijk besloot om naar de huisarts te gaan woog ik nog maar 55kg. Omdat ik rookte vanaf mijn twaalfde jaar dacht ik echt dat ik kanker had. Mijn vrouwelijke huisarts, altijd vrij direct in haar woorden, zei tegen mij dat het toch van de stress was. Later hoorde ik van haar dat ze heel goed op de hoogte was van onze thuissituatie. Toen ik haar vertelde van de situatie op mijn werk was het voor haar wel duidelijk. Stress, stress en nog meer stress. Na toch wat onderzoeken in het ziekenhuis te hebben ondergaan, ter geruststelling, bleek al snel dat ik geen kanker had. Mijn spugende en schijtende avonden zouden aanhouden totdat ik zou starten met mijn nieuwe baan. Later meer daarover.
Voordat ik verder ga met mijn verhaal over mijn nieuwe baan wilde ik nog twee incidenten aanhalen die gebeurd zijn tijdens het werken voor Mister Minit. Op een dag werd ik geplaatst in winkelcentrum Babylon in Den Haag. Hier hadden wij een hele grote ronde stand die vrij hoog was. Je stond eigenlijk op de klanten te kijken terwijl de klanten hun nek verrekten omdat ze omhoog moesten kijken naar mij. Die dag stond ik alleen en het was gigantisch druk. Omdat het een ronde toko was had ik al de hele dag kankerende mensen om mij heen omdat ze langer stonden te wachten dan de mensen die ik hielp. De stress in mijn lichaam bouwde zich de hele dag op en het was dus wachten op het moment dat ik zou ontploffen. Deze eer kwam te beurt aan een heel oud vrouwtje die net nadat ik had afgesloten haar schoenen wilde laten maken. Ik begon als een soort Hitler een preek op haar af te vuren waardoor ze huilend het winkelcentrum uitschuifelde. Ik voelde mij beroerder dan mijn momenten op de wc. Kon het erger? Yep ... het volgende en tevens laatste incident, voordat ik een nieuwe baan kreeg, was op de schaal van 10 wel een dikke 12 waard. Ik stond in de V&D op de Leyweg. Deze Mister Minit toko stond vlakbij de uitgang op de begane grond. Het was op een zaterdag en heel erg druk in de winkel. Alleen niet bij mijn toko. Daar begon de drukte een half uur voor sluitingstijd. Ik had ineens een klant of tien voor mijn balie. Één van die tien was een man die eruit zag als een cowboy met een cowboyhoed en cowboylaarzen. De hakken van zijn laarzen waren versleten en die wilde hij nog gemaakt hebben. Ik legde hem uit dat ik dit niet meer voor sluitingstijd ging redden. Hij werd boos en zei dat ik maar mijn best moest doen. Ik begon toch maar aan deze klus maar de ouderen onder ons weten dat sluitingstijd bij de V&D ook echt sluiten betekend. Toen ik de eerste laars af had en aan hem teruggaf begon ik aan zijn tweede laars. Plots voelde ik een harde klap op mijn achterhoofd en viel er een cowboylaars naast mij op de grond. De duivel werd wakker in mij en ik sprong met één jump over de toonbank om hem helemaal de tiefus te slaan. Binnen no time lag Hansje onder de toegesnelde gasten van de beveiliging. De stille V&D recherche nam de cowboy in de houtgreep. Mijn oude chef van de schoenafdeling zorgde voor rust in de toko. Dit was voor mij de druppel en besloot nu alles aan te pakken wat er maar op mijn pad kwam.
Zoals jullie eerder konden lezen had ik veel vrienden overgehouden aan mijn middelbare schooltijd. Één hiervan was van het begin af aan dikke mik. Zijn naam was Marcel Meuldijk. Zijn vader had een groothandel in vleeswaren. Ik trok mijn stoutste schoenen aan en schreef naar hem een sollicitatiebrief. Het antwoord kwam vrij snel. Op dit moment zochten ze niet naar personeel. Ik moest het over een paar maandjes nog maar eens proberen. Toen wij op vakantie waren, ik dacht in Spanje, kregen we een telefoontje van Marcel zijn moeder. Ma Meuldijk vroeg of ik nog interesse had om te komen werken voor AWI. Om een lang verhaal kort te maken ... een maand later ging ik werken bij AWI in Delft. Ik ben nog nooit zo blij geweest. Na ongeveer zes weken werken was ik weer op mijn oude gewicht en mijn vreselijke dagelijkse sessies op de wc waren verleden tijd. Het gevoel van zo lekker in je vel zitten en fluitend naar je werk te gaan kan ik bijna niet onder woorden brengen. Ik beloofde wel mezelf dat ik mij voor niet 100 maar 1000% zou inzetten voor dit mooie familie bedrijf. Marcel en ik zaten dan ook dag en nacht bij elkaar om het bedrijf groter te maken en alles beter te laten functioneren.
Zoals ik al vertelde waren Marcel en ik dus dag en nacht bezig om AWI VERSCENTER groot, groter en uiteindelijk de grootste van Nederland te maken. Uiteraard met de beste en lekkerste kwaliteit aan vleeswaren. Het bedrijf werd intussen overgenomen door Marcel zijn oudste broer Aad Meuldijk. De directie werd aangevuld met Wim van 't Hof. AWI stond voor Aad, Wim en Ik. En ik was de vader van Marcel die het bedrijf ooit begonnen was. Toen ik daar mocht komen werken bestond het bedrijf uit een man of tien. Ik kan jullie nu al verklappen dat het de mooiste tijd uit mijn leven zou worden. Bijna 30 jaar lief en leed gedeeld.
Omdat wij een versbedrijf waren begonnen wij altijd vroeg. Zo konden wij de gister klaargezette bestellingen de volgende dag in de winkels afleveren. We gingen dan ook pas naar huis als alle bestellingen, die de volgende dag geleverd moesten worden, klaar waren gezet. Het waren lange en zware dagen maar altijd supergezellig. Het bedrijf zorgde voor goede randvoorwaarden. Zo stond tussen de middag de lunch klaar die werd verzorgd door onze kantine juffrouw Joke. Altijd met vers gesneden vleeswaren en een warm kopje soep. We werkten namelijk in koelcellen met een constante temperatuur van 4° celsius dus een warm kopje soep was dan altijd heel welkom. Verder werden onze overuren contant uitbetaald. Deze kon je vrijdagmiddag, in een enveloppe, ophalen bij Pa Meuldijk. Ook kreeg je een plastic tasje mee met een aantal soorten vleeswaren erin voor thuis. Hard werken en een hart voor de zaak werd op deze manier gewaardeerd door de directie.
Ik kan mij ook nog de fantastische bedrijfsfeesten herinneren. Van themafeesten met een luxe overnachting tot aan bingoavonden met supermooie prijzen. De kerstpakketten waren altijd groot en rijkelijk gevuld. Ook werden de afgeleverde kerstattenties van klanten en leveranciers verloot onder het personeel. Het enige wat je ervoor moest doen was hard werken. Verderop in mijn boek zal ik verder uitwijden over mijn werk bij AWI want na bijna 30 jaar daar werken valt er zat over te vertellen.